Posted on

Vier inzichten die je helpen bij het afslanken

afvallen

Afvallen lijkt soms ingewikkeld, maar vaak draait het om een paar simpele principes. Toch bestaan er veel misverstanden over voeding, beweging en gewoontes. Hieronder vind je vier veelgestelde vragen mét duidelijke antwoorden die jou kunnen helpen op weg naar een gezonder en fitter lichaam.

1. Kun je plaatselijk vet verbranden?
Veel mensen hopen dat ze met buikspieroefeningen alleen hun buikvet kwijt kunnen raken. Helaas werkt het niet zo. Je lichaam kiest zélf welke vetreserves het aanspreekt, en dat gaat verspreid over je hele lijf. Bij vrouwen blijven de heupen vaak langer hardnekkig, bij mannen de buik. Wat wel werkt? Spieren trainen op specifieke plekken. Door bijvoorbeeld je billen, borst en schouders te versterken, geef je je lichaam een strakker en meer in balans uiterlijk. Dat noemen we shapen.

2. Maakt eten na 20.00 uur dik?
Het idee dat je na acht uur ’s avonds niets meer zou mogen eten, is een fabel. Het gaat niet om het tijdstip, maar om de totale energiebalans over de dag. Heb je ’s avonds nog gesport? Dan is het juist slim om daarna iets te eten om te herstellen en je spieren van energie te voorzien. Kies dan wel voor een gezonde optie, zoals fruit of een lichte eiwitsnack.

3. Hoe zit het met alcohol en gewicht?
Een drankje lijkt misschien onschuldig, maar alcohol bevat meer calorieën dan je denkt: ruim 7 per gram. Een glas wijn of bier komt al snel uit op 85 calorieën – net zoveel als een snee brood – maar zonder het verzadigende effect. Bovendien wekt alcohol je eetlust op, waardoor de kans groot is dat je er nog een snack bij pakt. Minder alcohol drinken is dus een slimme keuze als je wilt afslanken én gezond wilt blijven.

4. Heeft snel eten invloed op je gewicht?
Jazeker. Je hersenen hebben ongeveer 20 minuten nodig om te registreren dat je genoeg hebt gehad. Wie snel eet, loopt dus het risico te veel binnen te krijgen voordat dat signaal doorkomt. Goed kauwen helpt bovendien bij de vertering en voorkomt een opgeblazen gevoel. Rustig eten is dus niet alleen gezonder, maar helpt je ook om eerder tevreden te zijn met minder.

Opdracht: Probeer dit eens
Bij je volgende warme maaltijd: zet een kookwekker op 20 minuten. Gebruik die tijd om rustig te eten, goed te kauwen en echt te proeven. Kijk daarna of je sneller een voldaan gevoel hebt dan wanneer je haastig eet.

Posted on

Heb je vet uit eten nodig voor je gezondheid?

Avocado

Vet is een voedingsstof die je lichaam hard nodig heeft. Het levert energie en helpt je lichaam om belangrijke vitamines op te nemen, zoals vitamine A, D en E. Ook krijg je via vet essentiële vetzuren binnen, zoals linolzuur en alfalinoleenzuur. Deze stoffen kan je lichaam zelf niet maken, dus moet je ze uit je voeding halen.
Een gezond eetpatroon bevat tussen de 20 en 40 procent van de energie uit vet. Deze hoeveelheid is nodig om allerlei processen in je lichaam goed te laten verlopen.

Wat doet vet voor je lichaam?
Vet is niet alleen een brandstof, maar ook een transportmiddel. Zonder vet kan je lichaam vetoplosbare vitamines niet opnemen. Onverzadigde vetten leveren daarnaast essentiële vetzuren, die een rol spelen bij het verlagen van het risico op hart- en vaatziekten.

Twee soorten vet: verzadigd en onverzadigd
• Verzadigd vet verhoogt het slechte cholesterol in je bloed en kan daardoor de kans op hart- en vaatziekten vergroten. Dit vet zit vooral in vet vlees, volle zuivel, koek, gebak en snacks.
• Onverzadigd vet is de gezondere keuze. Je vindt dit in producten als olie, vloeibaar bak- en braadvet, noten, avocado en vette vis.

Een handige richtlijn: vervang zoveel mogelijk verzadigd vet door onverzadigd vet. Kies bijvoorbeeld voor halvarine op brood of olie in de keuken, in plaats van harde vetten of boter.

Let op de hoeveelheid
Vet levert veel energie: 1 gram vet bevat 9 kilocalorieën. Dat is meer dan koolhydraten of eiwitten. Als je te veel vet eet, krijg je snel te veel calorieën binnen. Dit kan leiden tot gewichtstoename.

Opdracht
Ga de komende twee weken bijhouden hoeveel vet je per dag binnenkrijgt (in gram). Reken daarna uit hoeveel procent van je totale energie-inname uit vet komt.
• Zit je binnen de richtlijn van 20 tot 40 procent?
• En maak je voldoende gebruik van onverzadigde vetten?

Bron: Voedingscentrum

Posted on

Hoe raak je beter verzadigd?

verzadigd

Je kent het gevoel vast wel: je hebt net iets gegeten, maar je hebt nog steeds trek. Dat kan frustrerend zijn, zeker als je wilt letten op wat je eet. Gelukkig kun je met slimme keuzes zorgen voor meer verzadiging. Verzadiging betekent simpel gezegd dat je je vol voelt na het eten van een product of maaltijd. Hoe dat precies werkt? We leggen het je uit.

Wat gebeurt er in je lichaam?
Er zijn een aantal hormonen die bepalen of je trek hebt of juist vol zit. Twee belangrijke zijn:
• Leptine: dit hormoon zorgt ervoor dat je hersenen het signaal krijgen dat je genoeg hebt gegeten.
• Ghreline: dit hormoon stijgt als je een tijd niets gegeten hebt en zorgt ervoor dat je honger krijgt.
Daarnaast speelt insuline ook een rol bij het gevoel van verzadiging. Het is dus niet zo simpel als “vol = genoeg gegeten”, want je lichaam werkt met signalen die niet precies aangeven hoeveel energie je nodig hebt.

Ook je hoofd speelt mee
Verzadiging is niet alleen een lichamelijk proces. Ook je gedachten en omgeving beïnvloeden hoeveel je eet. Denk maar aan het verschil tussen alleen eten of in een groep: in een groep eet je vaak meer zonder dat je het doorhebt. Ook gewoontes, stress of afleiding (zoals tv-kijken tijdens het eten) kunnen ervoor zorgen dat je meer eet dan je eigenlijk nodig hebt.

Wat kun je doen om je voller te voelen?
Iedereen is anders, maar onderstaande tips helpen voor veel mensen om meer verzadiging te ervaren:
1. Eet vezelrijke producten – zoals volkoren granen, groente, fruit en peulvruchten.
2. Kies voor eiwitrijke voeding – zoals eieren, zuivel, vis, kip, tofu of bonen.
3. Drink voldoende water – dorst wordt vaak verward met honger.
4. Let op je omgeving – eet met aandacht en voorkom onbewust eetgedrag.
5. Eet volumineus – producten zoals aardbeien vullen goed, maar leveren weinig calorieën.
6. Combineer macronutriënten – een mix van koolhydraten, eiwitten en vetten zorgt voor meer verzadiging dan alleen suikers.
7. Houd je maaltijddoorsnee gelijk – als je lichaam gewend is aan een bepaald volume, werkt dat verzadigend.
8. Maak je maaltijden wat dikker – een stevige soep vult bijvoorbeeld beter dan een dunne bouillon.

De sleutel zit in uitproberen wat voor jou werkt. Niet elk lichaam reageert hetzelfde, dus het is belangrijk om zelf te testen wat jou echt vult en helpt om niet te blijven snaaien.

Opdracht: test je verzadiging
De komende twee weken ga je experimenteren met je maaltijden.

• Kies dagelijks verschillende producten of maaltijden.
• Geef ze een score op een schaal van 0 t/m 10:
– 0 = helemaal niet verzadigd
– 10 = volledig verzadigd
• Houd bij wat je at, wanneer en hoe je je voelde (eventueel ook of je daarna ging snacken).

Aan het einde van de twee weken heb je inzicht in wat voor jou het beste werkt. Die kennis kun je gebruiken om betere keuzes te maken en je eetgedrag positief te beïnvloeden.

Succes!

Posted on

Veilig en verantwoord barbecueën

BBQ

Zodra de zon schijnt, gaat bij veel mensen de barbecue aan. Gezellig samen buiten eten, of je nu kiest voor vlees, vis, groente, fruit of vleesvervangers. In dit artikel lees je hoe je verantwoord en veilig kunt barbecueën — met oog voor gezondheid, hygiëne én het milieu.

Wat leg je op de barbecue?
Op de barbecue kun je allerlei lekkers bereiden:
• Klein vlees zoals steak, koteletjes, worstjes of kip
• Vis zoals zalm of garnalen
• Groente zoals maïskolven, paprika en champignons
• Fruit zoals banaan of appel
• Vleesvervangers zoals vegaburgers of tofu

Zo ga je stap voor stap te werk (vlees en vis)
1. Verwarm de barbecue op tijd.
o Gas of elektrisch: na 10 minuten klaar voor gebruik
o Houtskool: wacht 30 tot 60 minuten tot de kolen wit zijn en niet meer vlammen
2. Zorg dat het rooster op de juiste hoogte hangt (25–40 cm boven de kolen) en bestrijk het met een beetje olie.
3. Begin met producten die lang moeten garen.
o Raadpleeg eventueel een rooster- of gaartijdentabel
o Sommige producten kun je beter eerst voorgaren
4. Draai pas als er een korstje ontstaat.
o Keer daarna regelmatig tot alles goed gaar is

Gezonde en milieubewuste tips
• Voorkom aanbranding: zwarte randjes kunnen schadelijke stoffen bevatten (zoals PAK’s en acrylamide). Snijd die weg.
• Kies voor milieuvriendelijker materiaal:
o Gasbarbecues zijn het minst belastend
o Kokosbriketten zijn duurzamer dan gewone houtskool
• Eet minder vlees, meer groente en vleesvervangers voor een lagere milieu-
impact

Hygiëne: zo voorkom je buikklachten
• Maak vlees en vis goed gaar of koop ze voorgegaard
• Gebruik aparte tangen en borden voor rauwe en gare producten
o Plak eventueel stickertjes om ze te onderscheiden
• Bewaar eten zo lang mogelijk gekoeld
o Zet alleen kleine porties buiten en vul steeds bij
• Check de tips van de ‘5x veilig-kaart’ van het Voedingscentrum

Eet smakelijk!

Posted on

Drinken voor betere prestaties

drinken

Voldoende drinken tijdens het sporten is belangrijk om goed te blijven presteren en om je lichaamstemperatuur op peil te houden. Zeker bij warm weer (boven de 25 graden) is dit extra belangrijk. Tijdens het zweten verlies je niet alleen vocht, maar ook belangrijke stoffen zoals zouten. Door goed te drinken, vul je dit weer aan en help je je lichaam optimaal te functioneren.

Wanneer moet je drinken?
Bij inspanning korter dan een uur: heb je vooraf genoeg gedronken, dan hoef je meestal tijdens het sporten niets extra’s te drinken. Je kunt je dorstgevoel volgen, vooral als de training pittiger wordt.

Bij inspanning langer dan een uur: sport je langer dan een uur, zoals bij duursporten of intensieve spelsporten zoals voetbal? Dan is drinken tijdens het sporten aan te raden. Ook hier is je dorstgevoel een goede graadmeter. Water is prima, maar als je het maximale uit je training wilt halen, kun je ook kiezen voor een sportdrank met koolhydraten en elektrolyten (zoals natrium/zout).

Hoeveel en wat drink je?
Een isotone sportdrank – met 60 tot 80 gram koolhydraten per liter – wordt snel opgenomen door je lichaam en ondersteunt je energiehuishouding. De richtlijn is om zo’n 60 gram koolhydraten per uur binnen te krijgen tijdens langdurige inspanning. Elektrolyten zorgen voor een nog snellere opname.

Drink liever kleine hoeveelheden verspreid over de tijd dan in één keer een hele bidon leeg. Een richtlijn is 150 tot 250 ml per kwartier, met een maximum van 800 tot 1000 ml per uur. Te veel drinken kan namelijk maagklachten geven of zelfs leiden tot een gevaarlijke verstoring van de vochtbalans.

Maatwerk voor jou
Iedere sporter is anders. Experimenteer tijdens je trainingen met hoeveelheden en soorten dranken, en leer luisteren naar je lichaam en dorstgevoel.

Opdracht:
Plan deze week één training van meer dan 60 minuten en test bewust je vochtinname. Noteer:
• Wat en hoeveel je vooraf, tijdens en na afloop hebt gedronken
• Hoe je je voelde tijdens de training
• Of je last had van dorst, kramp of maagklachten

Posted on

Zoetstoffen: veilig of toch schadelijk?

zoetstoffen 1

Zoetstoffen zijn al jaren onderwerp van discussie. Sommige mensen noemen ze giftig en zeggen dat je ze moet vermijden. Maar wat zegt de wetenschap hierover? Het antwoord is eigenlijk heel duidelijk.

Wat zijn zoetstoffen?
Een zoetstof is een stof die ervoor zorgt dat iets zoet smaakt, zonder dat er suiker aan te pas komt. Volgens het Voedingscentrum zijn er 15 soorten zoetstoffen goedgekeurd voor gebruik in voedingsmiddelen. Sommige van deze stoffen komen ook van nature voor, bijvoorbeeld in bessen of citrusvruchten. Als een zoetstof wordt gebruikt in voeding, krijgt het een E-nummer. Dit betekent dat de stof is goedgekeurd door EFSA, de Europese voedselautoriteit die streng controleert op veiligheid.

Twee soorten zoetstoffen
Er zijn twee hoofdgroepen zoetstoffen:

1. Polyolen (of niet-intensieve zoetstoffen)
Deze zijn ongeveer even zoet als suiker of iets minder zoet. Ze komen van nature voor in planten en bomen. Ze leveren ook wat energie, ongeveer 2,4 kilocalorieën per gram. Een bekend voorbeeld is xylitol, dat je kunt vinden in sommige suikervrije producten.

2. Intensieve zoetstoffen
Deze zijn extreem zoet – van 30 tot wel 37.000 keer zoeter dan gewone suiker. Omdat je er maar een heel klein beetje van nodig hebt, leveren ze vrijwel geen calorieën. Sommige intensieve zoetstoffen worden in de natuur gevonden, zoals:
o Thaumatine (E957): uit zaden van een boom
o Neohesperidine-DC (E959): uit sinaasappelschil
o Steviolglycosiden (E960): uit de steviaplant
Bekende synthetische varianten zijn:
o Aspartaam (E951): vaak in light frisdrank. Niet geschikt om te bakken, want het breekt af bij verhitting.
o Sucralose (E955): te vinden in snoep en sauzen, wél geschikt om mee te bakken.

Is het schadelijk voor je gezondheid?
Wetenschappelijk gezien: nee. Zoetstoffen zijn veilig bij normaal gebruik. Ze zijn uitvoerig onderzocht en goedgekeurd. Toch lees je op het internet vaak negatieve verhalen. Die zijn meestal gebaseerd op gevoelens of aannames, niet op feiten. Bijvoorbeeld: aspartaam wordt in je lichaam afgebroken tot stoffen die we normaal goed verwerken. Alleen mensen met een zeldzame aandoening genaamd fenylketonurie (PKU) kunnen aspartaam beter vermijden, omdat ze het stofje fenylalanine niet goed kunnen afbreken.

Hoeveel mag je nemen?
• Volwassenen
De veilige dagelijkse grens voor aspartaam is 40 mg per kilogram lichaamsgewicht. Als je 100 kg weegt, mag je dus tot 4000 mg per dag. Ter vergelijking: een blikje cola light bevat 150 mg aspartaam. Dat betekent dat je er pas bij 27 blikjes per dag over die grens heen zou gaan.
• Kinderen
Omdat kinderen minder wegen, kunnen ze sneller te veel binnenkrijgen. Daarom is het verstandig om kinderen niet te veel light-frisdranken te geven. Water of ongezoete drankjes zijn betere keuzes.

Wil je meer weten?
• Voedingscentrum.nl
• Zoetstoffen.eu

Posted on

Leid je jezelf met gevoel of verstand?

gevoel of verstand

Bij het bereiken van je doelen zijn twee stappen essentieel:
1. Je besluit nemen: ik ga dit doen.
2. Je eraan overgeven: ik blijf bij mijn plan.

Maar… heb je het contract met jezelf al getekend? Neem een moment om daarbij stil te staan.
Hoe belangrijk is jouw doel écht voor je? Is het belangrijk genoeg om af en toe ‘nee’ te zeggen? ‘Nee’ tegen dat stuk taart of ‘nee’ tegen je verlangen om op de bank te blijven liggen. Bedenk dat ‘nee’ zeggen iets tijdelijks is. Je zegt eigenlijk: niet nu, maar straks wél. Geen gebakje nu, maar straks – als je je doel bereikt hebt – kun je daar met volle teugen van genieten. Geen bank nu, maar na je training des te lekkerder ontspannen.

Het spanningsveld: gevoel vs. verstand
Je gevoel schreeuwt om gemak, comfort en directe bevrediging. Het wil rust als je moe bent, eten als je honger hebt. Dat is logisch – het zijn oerinstincten die bedoeld zijn om te overleven. Vroeger was dat nodig: eten als het er is, rusten wanneer het kan. Maar in de wereld van vandaag zijn die reflexen vaak niet meer helpend. We hebben eten in overvloed en te weinig beweging.

Je verstand is er om vooruit te kijken. Het helpt je plannen maken voor de langere termijn, voor een gezonder lichaam, meer energie of meer zelfvertrouwen. Het helpt je kiezen voor wat je écht wilt, niet alleen wat je nú wilt.

Als je worstelt met overgewicht of een slechte conditie, is dat vaak het resultaat van je gevoel te vaak z’n zin geven. En dat lijkt misschien lief voor jezelf, maar op de lange termijn doe je jezelf juist tekort.

Heropvoeding is nodig – voor jezelf, door jezelf
Je oude gedrag heeft je gebracht waar je nu bent. Als je echt iets wilt veranderen, moet dat gedrag ook veranderen. Diëten of tijdelijk trainen is niet genoeg. Je zult jezelf nieuwe patronen moeten aanleren – vriendelijk, maar duidelijk.

Opdracht: het contract met jezelf
– Maak vandaag je eigen commitment-contract.
Noteer:
• Wat is je doel?
• Waarom is dit belangrijk voor je?
• Wat ga je concreet doen?
• Wat mag je gevoel even niet bepalen?
• Wat zeg je jezelf als je toch in de verleiding komt?

Hang het ergens waar je het dagelijks ziet. En onthoud: je verstand is je beste coach – laat ‘m spreken.

Posted on

Is zuivel slecht voor je botten?

zuivel

Jarenlang groeiden we op met de slogan: “Melk is goed voor elk.” In de jaren 50 werd dit het symbool van gezondheid. Maar de afgelopen decennia is zuivel steeds vaker ter discussie gesteld. Maar is dat terecht?

Er is weleens beweerd dat zuivel slecht is voor je botten omdat het verzurend zou werken. Het idee was dat zuivel de zuurgraad in het lichaam verhoogt, waardoor calcium uit de botten wordt gehaald om dat te neutraliseren. Dit zou botontkalking in de hand werken. Alleen: overtuigend wetenschappelijk bewijs voor deze theorie ontbreekt.

Wat wél sterker naar voren komt uit onderzoek, is de relatie tussen botbreuken en welvaart. In rijke landen waar veel zuivel wordt gegeten, komen ook relatief veel botbreuken voor. Maar dat lijkt eerder te komen door een inactieve leefstijl dan door voeding. Ook in landen waar zuivel nauwelijks wordt geconsumeerd, zoals China, stijgt het aantal botbreuken naarmate mensen minder bewegen. Beweging blijft dus cruciaal voor sterke botten.

Is zuivel nodig voor sterke botten?
Zuivel kan helpen bij het behoud van sterke botten omdat het rijk is aan calcium, eiwit en vitamine D – drie belangrijke bouwstenen voor gezonde botstructuur. Maar: zuivel is geen voorwaarde. Het draait om de combinatie van voeding én beweging.

Alle drie de voedingsstoffen kunnen ook uit andere bronnen worden gehaald:
• Groene bladgroenten (zoals boerenkool en broccoli).
• Noten (zoals amandelen en hazelnoten).
• Peulvruchten (zoals linzen en bonen).
• Vette vis (zoals sardines en zalm).
• Vlees (zoals kip en rund).
• Eieren.
Zolang je gevarieerd eet, kun je ook zonder zuivel sterk staan.

Hoeveel zuivel per dag is aan te raden?
Voor wie wél zuivel eet, adviseert de Gezondheidsraad zo’n 2 tot 3 porties per dag. Dat komt neer op:
• 1 glas melk (250 ml).
• 1 kommetje yoghurt (150 g).
• 2 plakken kaas (à 40 g).

Maar dit is geen harde regel. Je persoonlijke behoeften, voorkeuren en doelen bepalen wat voor jou werkt.

Opdracht
Bekijk je eigen voedingspatroon eens onder de loep.
1. Hoeveel zuivel eet je op een dag?
2. Kom je daarmee in de buurt van de aanbevolen hoeveelheden voor calcium, eiwit en vitamine D?
3. Zoek ten minste één niet-zuivel alternatief voor elk van deze drie nutriënten en probeer deze komende week in je voeding op te nemen.

Zo leer je niet alleen wat je eet, maar ook waarom je het eet.

Posted on

Is dirty bulken goed voor spieropbouw?

dirty bulken

Snel aankomen en spiermassa opbouwen: het klinkt als de droom van veel krachtsporters. Vooral hardgainers – mensen die moeilijk in gewicht aankomen – kiezen soms voor dirty bulken. Hierbij draait alles om zoveel mogelijk calorieën binnenkrijgen, zonder echt te letten op de voedingskwaliteit. Maar is dit de beste aanpak voor spiergroei? Nee, integendeel. Dirty bulken heeft vooral nadelen en kan je progressie juist tegenwerken.

Dirty bulk vs. clean bulk
Bij een dirty bulk ligt de focus puur op calorie-inname. Junkfood zoals pizza, ijs en fastfood maken vaak een groot deel uit van het dieet. Ook pindakaas wordt vaak in grote hoeveelheden gegeten vanwege het hoge caloriegehalte.

Een clean bulk is het tegenovergestelde. Hierbij draait het om voedzame, onbewerkte producten zoals volkoren granen, groenten, fruit, kipfilet en biefstuk. Toch is het belangrijk om niet te zwart-wit te denken: een gebalanceerd voedingspatroon staat centraal. Een zak chips of een stuk chocolade kan prima binnen een gezond eetpatroon passen, zolang de basis maar goed is.

Waarom dirty bulken geen goed idee is
1. Te veel vetmassa
Het grootste nadeel van dirty bulken is dat je vaak te veel vet opslaat. Dit betekent dat je later langer moet cutten (een fase waarin je vet verliest) om weer een laag vetpercentage te krijgen.
Voorbeeld: Bram traint al drie jaar en besluit te dirty bulken. Hij komt 5 kg vet aan en weegt nu 85 kg. Omdat hij niet te snel wil afvallen – om spierverlies te voorkomen – duurt het 8 weken om die 5 kg kwijt te raken. Had hij zijn bulk beter aangepakt en was hij slechts 2 kg in vet aangekomen, dan had hij minder dan 4 weken nodig gehad om dit er weer af te krijgen.
Voor gevorderde sporters is dirty bulken dus geen goed idee. Hoe verder je komt in je krachttrainingsreis, hoe minder calorieën je extra nodig hebt voor spiergroei. Waar een beginner een overschot van 10% kan hanteren, is voor gevorderden 3% al voldoende. Een te groot calorieoverschot leidt alleen maar tot extra vetopslag.

2. Meer is niet altijd beter
Naast een langere cut-fase brengt dirty bulken nog een ander probleem met zich mee: hoe hoger je vetpercentage, hoe groter de kans dat je in een bulk meer vet opslaat dan spiermassa. Dit komt door:
• Chronische ontstekingen: Vetweefsel scheidt stoffen uit die ontstekingen bevorderen. Hoe meer vet je hebt, hoe hoger je ontstekingsniveau.
• Slechtere insulinegevoeligheid: Meer vet leidt tot een instabielere bloedsuikerspiegel, wat spiergroei kan remmen.
• Hormonale verstoringen: Een verhoogd vetpercentage kan testosteronwaarden verlagen en spiergroei onderdrukken.
Dirty bulken zorgt er dus niet alleen voor dat je meer vet opslaat, maar het kan ook spieropbouw belemmeren. Dat is precies het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken met een bulkfase.

Opdracht:
Wil je weten of jouw bulkstrategie effectief is? Houd een week lang bij wat je eet en analyseer de verdeling tussen voedzame en minder voedzame caloriebronnen. Probeer vervolgens een balans te vinden waarin je spiergroei maximaliseert zonder onnodig veel vet aan te komen. Wat kun je verbeteren? Schrijf je bevindingen op en pas je voedingsschema aan voor de beste resultaten!

Bron: Bellcoaching

Posted on

Aankomen: energierijke voedingstips

aankomen in gewicht

Wil je in gewicht aankomen? Dan is het essentieel om meer energie binnen te krijgen dan je verbruikt. Dit kun je doen door je maaltijden energierijker te maken, zonder dat je jezelf forceert om grote hoeveelheden te eten. Hieronder een aantal praktische tips:

Tips voor energierijke voeding:
✅ Kies voor volle producten – vervang magere varianten door halfvolle of volle alternatieven. Denk aan volle melk, yoghurt en kwark.
✅ Ga voor volle kaas – kies kaassoorten met een hoger vetpercentage, zoals 48+ kaas, voor extra calorieën.
✅ Maak eten aantrekkelijk – rooster je boterhammen, maak tosti’s of panini’s. Dit maakt brood smakelijker en kan helpen om meer te eten.
✅ Drink calorierijke dranken – vruchtensappen en smoothies bevatten relatief veel energie en zijn makkelijk te consumeren.
✅ Beleg royaal – dubbel belegde boterhammen met bijvoorbeeld pindakaas en banaan of kaas en avocado zorgen voor extra calorieën.
✅ Gebruik sauzen en jus – voeg jus of saus toe aan je maaltijden om de energiedichtheid te verhogen.
✅ Verrijk je maaltijden – gebruik kookroom, boter of olie bij de bereiding van warme gerechten.
✅ Verdeel je maaltijden – heb je moeite met grote porties? Eet je hoofdmaaltijd in twee delen om het makkelijker te maken.
✅ Eet wat je lekker vindt – voedingsmiddelen die je niet lekker vindt, kunnen je eetlust verminderen. Kies voor eten waar je van geniet.
✅ Stimuleer je eetlust – friszure producten zoals een glas vruchtensap, een stukje appel, augurk of tomaat voor de maaltijd kunnen helpen om je eetlust op te wekken.

Aan de slag
Probeer de komende week dagelijks minstens drie van deze tips toe te passen en houd je vooruitgang bij. Noteer je gewicht, energiepeil en eventuele veranderingen in je eetlust. Wat werkt goed voor jou? Wat kun je nog aanpassen om je doelen makkelijker te bereiken? Succes!