Posted on

Is altijd alles leuk?

niet alles is leuk

Nee. En dat is precies de bedoeling.

Het zal je niet ontgaan zijn: sporten is niet altijd even leuk. Zeker niet als je net begint. En weet je wat? Dat is helemaal oké. Niet alles in het leven hoeft leuk te zijn. Toch zijn we met z’n allen geobsedeerd geraakt door het najagen van geluk. We zoeken het in leuke uitjes, ontspanning, het perfecte werk, de ideale vriendengroep. Maar als je álles afmeet aan hoe leuk het is, ga je vroeg of laat vastlopen—ook in je sportdoelen.

Hoeft sporten leuk te zijn?
Tegenwoordig moet zelfs onze vrije tijd zo leuk en comfortabel mogelijk zijn. De lat ligt hoog: ontspanning moet luxe zijn, sociale activiteiten gezellig, werk moet vooral voldoening geven. En sporten? Dat moet bij voorkeur een feestje zijn, anders haken we af. Maar eerlijk is eerlijk: als je sport om echt iets te bereiken—sterker worden, fitter zijn, gezonder leven—dan is het niet altijd een feestje. En dat hóéft ook niet.

Juist het ongemak maakt het waardevol
Het leven wordt niet rijker door alles leuk te vinden, maar juist door het contrast. Je waardeert ontspanning pas echt als je ook hebt gewerkt. Je geniet meer van rust als je je lijf hebt laten werken. Als je alleen nog maar ‘leuke dingen’ doet, verliest leuk z’n glans. Dan moet het elke keer nóg leuker zijn om hetzelfde gevoel op te roepen. Dat is vermoeiend.

Sporten is soms zwaar. Soms saai. Soms frustrerend. Maar het is ook een investering. In jezelf. In je gezondheid. En in het vermogen om méér te kunnen genieten van de momenten die er voor jou echt toe doen.

En dát is uiteindelijk wél leuk.

Opdracht:
Sta deze week eens bewust stil bij iets dat je doet wat níet leuk is, maar wel goed voor je is. Schrijf op waarom je het doet, en wat het je op de lange termijn oplevert. Herinner jezelf eraan: niet alles hoeft leuk te zijn om waardevol te zijn.

Posted on

Succesverhaal Lucinda van Vlaenderen

lucinda

Wat heb je bereikt sinds dat je gestart bent met de GLI?
Allereerst ben ik 20kg afgevallen, ik heb beter leren plannen en ik ben tevreden over mijn leefstijl.

Waarom heb je voor de GLI gekozen?
Na tal van afvalpogingen heb ik hulp gezocht bij de huisarts. Deze verwees mij door naar No Time Fit. Na wat informatie gekregen te hebben besloot ik ervoor te gaan.

Wat vind je van de begeleiding?
Ik ben heel blij met de begeleiding. Ik ga met plezier 1x in de week sporten en ik ga naar de groepsbijeenkomsten. Ik leer elke keer iets nieuws en het helpt me gemotiveerd te blijven.

Is het goed vol te houden?
Ja, ik volg het programma nu meer dan een jaar en het is makkelijker dan ik van te voren had gedacht.

Zou je het anderen aanraden?
Ja, ik heb er veel baat bij en ik gun iedereen die wat aan zijn/haar leefstijl wil doen deze begeleiding.

Posted on

Moeten of kiezen?

moeten of kiezen

Hoe vaak zeg jij op een dag: “Ik moet nog…”?
Ik moet nog even opruimen.
Ik moet werken.
Ik moet die ene persoon nog bellen.

Zonder dat je het doorhebt, leg je jezelf allerlei verplichtingen op. Maar zijn het écht verplichtingen? Of zijn het keuzes die je maakt – soms uit gewoonte, soms uit overtuiging?

Vraag jezelf eens af: van wie moet ik dit eigenlijk? Vaak is het antwoord: van niemand. Alleen van jezelf.

De gewoonte van ‘moeten’
Het zit diep ingebakken: het gevoel dat je van alles moet. En voor je het weet ben je besmet met het ‘ik moet’-virus. Misschien herken je het wel – je betrapt jezelf op gedachten als:
– Ik moet echt meer sporten
– Ik moet gezonder eten
– Ik moet die klus eindelijk afronden

Maar wat moet je nou écht? Als je het terugbrengt naar de kern, zijn het basale dingen als ademen, eten, slapen, bewegen, liefde geven en ontvangen. De rest? Dat zijn keuzes, wensen of verwachtingen – die vaak uit jezelf komen.

Wanneer wordt ‘moeten’ te veel?
Je vraagt te veel van jezelf als het je begint te belemmeren. Als je doelen stelt die niet realistisch zijn of die niet eens bij je passen. Misschien vind je dat je slanker moet zijn, terwijl je genetisch gezien altijd wat steviger gebouwd zult blijven. Of je ‘moet’ altijd presteren, altijd doorgaan – terwijl je lichaam en geest iets anders aangeven. Zulke opgelegde eisen kunnen je uitputten en je gevoel van eigenwaarde ondermijnen. Want telkens als je iets van jezelf ‘moet’ en je komt er niet aan toe, voelt het als falen.

Accepteren brengt rust
Wanneer je leert accepteren dat je niet alles hoeft, valt er een last van je schouders. Je zet daarmee een streep door het onzichtbare to-do lijstje in je hoofd. Door te stoppen met ‘moeten’, geef je jezelf ruimte om opnieuw te kijken: wat wil ik eigenlijk? En wat past er bij míj, op dit moment in mijn leven? Soms is accepteren krachtiger dan forceren. Het maakt je niet minder ambitieus, het maakt je vrijer.

Reflectie-opdracht
Pak een pen en papier of open een notitie op je telefoon.
1. Schrijf op: alle dingen die je van jezelf ‘moet’.
2. Ga na: welke dingen zijn écht noodzakelijk?
3. Verdeel de rest in drie categorieën:
– Automatiseren: Kan dit eenvoudiger of door een systeem geregeld worden?
– Delegeren: Kan iemand anders dit overnemen?
– Verwijderen: Wat gebeurt er als ik dit gewoon niet meer doe?

Deze oefening helpt je om bewuster te kiezen in plaats van automatisch te moeten. En dat brengt overzicht én rust.

Je hoeft niet alles te dragen. Je mag ook gewoon zijn.

Posted on

Rugpijn na squats

rugpijn en squats

Squats zijn een van de meest effectieve oefeningen voor kracht en spiermassa, maar kunnen bij sommige sporters rugklachten veroorzaken. Vaak wordt de techniek als boosdoener aangewezen, maar er zijn meerdere factoren die hieraan kunnen bijdragen.

1. Overbelasting
Je onderrug krijgt veel te verduren als je trainingsprogramma bestaat uit zware oefeningen zoals bent-over rows, deadlifts, military presses en squats. Wanneer de totale belasting te hoog is in verhouding tot je herstel, kan dit leiden tot rugklachten. Een geleidelijke opbouw van volume en intensiteit helpt je lichaam om sterker te worden zonder overbelasting.

2. Een zittende leefstijl
Veel zitten – of dat nu op kantoor, in de auto of op de bank is – kan bijdragen aan lage rugpijn. Langdurig zitten verkort de heupbuigers en verzwakt de bilspieren, wat je houding en bewegingspatroon kan beïnvloeden. Regelmatig opstaan, wandelen en mobiliteitsoefeningen doen kan helpen om deze negatieve effecten te beperken.

3. Stress en spanning
Mentale stress heeft niet alleen invloed op je stemming, maar ook op je spieren. Spanning in het lichaam, met name in de onderrug, kan toenemen bij aanhoudende stress. Bovendien verhoogt stress de perceptie van pijn, waardoor klachten erger kunnen lijken dan ze fysiek zijn.

4. Overgewicht
Extra gewicht belast de onderrug, vooral bij bewegingen zoals squats waar stabiliteit en kracht een grote rol spelen. Een gezond gewicht draagt bij aan een betere lichaamshouding en minder druk op de onderrug.

5. Roken en doorbloeding
Roken vermindert de bloedtoevoer naar de wervelkolom en vertraagt het herstelproces. Dit kan niet alleen rugpijn verergeren, maar ook de algehele belastbaarheid van de wervelkolom verminderen.

Conclusie
Rugpijn na squats heeft meerdere mogelijke oorzaken, waarbij techniek slechts één factor is. Overbelasting, een zittende leefstijl, stress, overgewicht en roken kunnen allemaal bijdragen aan klachten. Daarom is het belangrijk om niet alleen te focussen op techniek, maar ook op je totale trainingsbelasting, herstel en algehele gezondheid.

Opdracht: Scan je eigen routine
Heb jij weleens last van rugpijn na squats? Kijk kritisch naar de volgende aspecten:
✅ Training – Bouw je je volume en intensiteit geleidelijk op? Of zit er veel belasting op je onderrug door andere oefeningen?
✅ Leefstijl – Zit je veel gedurende de dag en neem je genoeg tijd voor beweging?
✅ Stressniveau – Heb je veel spanning in je lijf en merk je dit ook tijdens het trainen?
✅ Herstel – Hoe is je slaap, voeding en algehele herstel?
✅ Gezondheid – Rook je of heb je overgewicht dat extra belasting op je rug legt?

Neem een week de tijd om bewuster op deze punten te letten en noteer eventuele patronen of verbeterpunten. Dit helpt om niet alleen je squat-prestaties te verbeteren, maar ook je algemene gezondheid te optimaliseren.

Bron: Bellcoaching

Posted on

Stress: vriend of vijand?

stress bal

Stress is een veelzijdig begrip. Het kan fysiek zijn, zoals een blessure of de impact van ongezonde gewoonten als roken en overmatig alcoholgebruik. Het kan emotioneel zijn, veroorzaakt door angst, boosheid of een constante tijdsdruk. Soms is stress acuut, zoals wanneer je computer crasht vlak voor een deadline. Andere keren is het chronisch, bijvoorbeeld wanneer je nachten wakker ligt door werk gerelateerde zorgen. Volgens Wikipedia is stress: “een vorm van spanning die in het lichaam optreedt als reactie op externe prikkels, gevolgd door een patroon van fysiologische reacties.”

Wanneer stress schadelijk wordt
In het dagelijks taalgebruik verwijst ‘stress’ meestal naar het gevoel van overweldigd zijn, het idee dat er meer van je wordt gevraagd dan je aankunt. Het lichaam reageert hierop door het afweersysteem af te zwakken en de bloeddruk, bloedsuikerspiegel en hartslag te verhogen. Wanneer stress langdurig aanhoudt, kan dit leiden tot gezondheidsproblemen zoals burn-out, hart- en vaatziekten en slaapproblemen.

De positieve kant van stress
Toch is stress niet per definitie slecht. Het is een essentieel overlevingsmechanisme dat ons helpt scherp en alert te zijn in gevaarlijke situaties. Zonder enige vorm van stress zouden we zelfs moeite hebben om ’s ochtends uit bed te komen. Een gezonde dosis stress motiveert ons om doelen te bereiken en uitdagingen aan te gaan. Het wordt pas problematisch wanneer stress chronisch wordt en je dagelijks functioneren belemmert.

Controle: illusie of werkelijkheid?
Een belangrijke bron van stress is de behoefte aan controle. Waar heb jij controle over, en waar niet? Maak eens een lijstje met aspecten in je leven waar je wél invloed op hebt en waar niet. Idealiter is deze balans ongeveer 50/50. Ga vervolgens na hoe erg het werkelijk zou zijn als je de controle verliest over bepaalde zaken. Wat is het worstcasescenario? En welke alternatieve uitkomsten zijn er mogelijk? Richt je energie op waar je wél invloed op hebt en excelleer daarin. Benoem vijf sterke eigenschappen van jezelf en bedenk hoe je deze optimaal kunt benutten.

Stress als katalysator voor groei
Grote veranderingen in ons leven gebeuren vaak pas als stress een kritische grens bereikt. Een burn-out kan bijvoorbeeld de aanleiding zijn om radicaal andere keuzes te maken. Maar waarom wachten tot het zover is? Door eerder in te grijpen en los te laten wat niet goed voelt, voorkom je dat stress zich opstapelt. Vertrouw erop dat moeilijke periodes kunnen leiden tot vooruitgang.
Het is een cliché, maar wel een waarheid: volg je gevoel. Als iets niet goed voelt, doe het dan niet. Je hebt altijd een keuze, hoe uitzichtloos de situatie ook lijkt.

Opdracht: Neem een moment om stil te staan bij jouw stressniveaus. Maak een lijst met drie dingen die jouw regelmatig stress opleveren en drie dingen die je rust geven. Welke acties kun je ondernemen om de balans te herstellen? Schrijf concrete stappen op en probeer deze in de komende week toe te passen.

Posted on

Op gezond gewicht blijven na je 50e

op gewicht blijven 50 plussers

Merk jij ook dat er elk jaar ongemerkt een kilootje bijkomt? Je eet niet anders, je beweegt ongeveer hetzelfde… en toch zie je de weegschaal langzaam oplopen. Het is een veelvoorkomend verschijnsel vanaf je vijftigste. Met name vrouwen in de overgang merken dat hun lichaam verandert, maar ook mannen ontkomen er niet aan: je verbranding gaat omlaag.

Vanaf je 50e heeft je lichaam iets minder energie (kilocalorieën) nodig dan voorheen. Dat komt onder andere doordat je spiermassa geleidelijk afneemt en je mogelijk ook iets minder actief bent dan vroeger. Spieren gebruiken relatief veel energie, dus minder spiermassa betekent automatisch een lagere verbranding.

Je energiebalans – de verhouding tussen wat je eet en wat je verbruikt – wordt dus belangrijker. Als je net zoveel blijft eten als voorheen, maar minder verbrandt, dan ontstaat er een overschot. En dat leidt uiteindelijk tot gewichtstoename. Gelukkig kun je met een paar aanpassingen grip houden op je gewicht.

Tips om op gewicht te blijven na je 50e
• Pas je porties aan – vooral van aardappels, rijst, pasta en brood.
• Kies voor caloriearme dranken – water, koffie of thee zonder suiker.
• Beperk snacks en zoetigheid.
• Eet bewust kleinere hoeveelheden.
• Blijf dagelijks in beweging – ook al is het een blokje om.

Enkele eenvoudige acties die je op weg helpen
• Weeg jezelf wekelijks of tweewekelijks om veranderingen tijdig te signaleren.
• Gebruik een app zoals de LIJFSTIJL app om een eetdagboek bij te houden.
• Zoek een wandel- of fietsmaatje om regelmatig te bewegen.
• Doe spierversterkende oefeningen, bijvoorbeeld met Nederland in Beweging.
• Trakteer je jezelf? Neem een halve portie of kies een slankere variant.
• Heb je trek? Grijp naar fruit of snackgroenten.

Opdracht
Plan deze week drie momenten in waarop je minimaal 20 minuten beweegt én bewust kiest voor een gezondere snack. Schrijf op wat je gedaan hebt en hoe je je daarna voelde. Zo maak je kleine stappen zichtbaar – en dat motiveert om vol te houden!

Posted on

Succesverhaal Ko Roofack

Ko Roofack vergroot

Wat heb je bereikt sinds dat je gestart bent met de GLI?
Ik ben met de GLI gestart in augustus 2024 toen mijn gewicht 122,5 Kg was (180cm lang dus BMI niet goed). En ik wist dit kan NIET zo verder, ik moet iets doen! Deze morgen (19/3) woog ik 107 kg, dus ruim 15 kg is eraf in 7 maanden en ik wil graag naar de 100 kg in de komende 1/2 jaar.

Waarom heb je voor de GLI gekozen?
Naast GLI ben ik gaan lopen (niet hardlopen), zwemmen, fietsen en sporten bij No Time Fit. De begeleiding die je daar krijgt vind ik enorm: gesprekken (GLI) en personal training (daar kies je voor). Ik weet van mijzelf en heb dit verschillende keren meegemaakt dat ik na een bepaalde tijd afhaak omdat het saai wordt… altijd hetzelfde en dat is het bij GLI NIET.

Wat vind je van de begeleiding?
Perfect… Tijdens personal training krijg ik een-op-een begeleiding van een trainer in dit geval is dat Roderick, waarmee ik heb besloten mee te gaan werken. Roderick bereidt mijn trainingen voor, instrueert mij tijdens de training en evalueert mijn resultaten. Daarnaast heb ik om de 2 maanden een gesprek met Ruben die mij begeleidt in mijn sport maar ook in mijn voeding. Kan ik niet dan kan ik Cassie bellen, die in no time een ander tijdslot boekt.

Is het goed vol te houden? 
Dit is natuurlijk relatief. 51% moet van jezelf komen komen; je moet er zelf achter staan als je denkt dat GLI het gaat doen voor je dan heb je het mis. Het is natuurlijk extra motiverend als je na verloop van tijd het resultaat ziet.

Zou je het anderen aanraden?
Altijd, als je iets aan je gezondheid wil doen! In het verleden keek ik er niet naar, ik had een stress volle kantoor job, die niet altijd 8 uur duurde. Echt niet goed voor je gezondheid… tijd nemen om te sporten en verstandig eten is heel belangrijk en GLI kan je daarmee helpen.

Posted on

Is dirty bulken goed voor spieropbouw?

dirty bulken

Snel aankomen en spiermassa opbouwen: het klinkt als de droom van veel krachtsporters. Vooral hardgainers – mensen die moeilijk in gewicht aankomen – kiezen soms voor dirty bulken. Hierbij draait alles om zoveel mogelijk calorieën binnenkrijgen, zonder echt te letten op de voedingskwaliteit. Maar is dit de beste aanpak voor spiergroei? Nee, integendeel. Dirty bulken heeft vooral nadelen en kan je progressie juist tegenwerken.

Dirty bulk vs. clean bulk
Bij een dirty bulk ligt de focus puur op calorie-inname. Junkfood zoals pizza, ijs en fastfood maken vaak een groot deel uit van het dieet. Ook pindakaas wordt vaak in grote hoeveelheden gegeten vanwege het hoge caloriegehalte.

Een clean bulk is het tegenovergestelde. Hierbij draait het om voedzame, onbewerkte producten zoals volkoren granen, groenten, fruit, kipfilet en biefstuk. Toch is het belangrijk om niet te zwart-wit te denken: een gebalanceerd voedingspatroon staat centraal. Een zak chips of een stuk chocolade kan prima binnen een gezond eetpatroon passen, zolang de basis maar goed is.

Waarom dirty bulken geen goed idee is
1. Te veel vetmassa
Het grootste nadeel van dirty bulken is dat je vaak te veel vet opslaat. Dit betekent dat je later langer moet cutten (een fase waarin je vet verliest) om weer een laag vetpercentage te krijgen.
Voorbeeld: Bram traint al drie jaar en besluit te dirty bulken. Hij komt 5 kg vet aan en weegt nu 85 kg. Omdat hij niet te snel wil afvallen – om spierverlies te voorkomen – duurt het 8 weken om die 5 kg kwijt te raken. Had hij zijn bulk beter aangepakt en was hij slechts 2 kg in vet aangekomen, dan had hij minder dan 4 weken nodig gehad om dit er weer af te krijgen.
Voor gevorderde sporters is dirty bulken dus geen goed idee. Hoe verder je komt in je krachttrainingsreis, hoe minder calorieën je extra nodig hebt voor spiergroei. Waar een beginner een overschot van 10% kan hanteren, is voor gevorderden 3% al voldoende. Een te groot calorieoverschot leidt alleen maar tot extra vetopslag.

2. Meer is niet altijd beter
Naast een langere cut-fase brengt dirty bulken nog een ander probleem met zich mee: hoe hoger je vetpercentage, hoe groter de kans dat je in een bulk meer vet opslaat dan spiermassa. Dit komt door:
• Chronische ontstekingen: Vetweefsel scheidt stoffen uit die ontstekingen bevorderen. Hoe meer vet je hebt, hoe hoger je ontstekingsniveau.
• Slechtere insulinegevoeligheid: Meer vet leidt tot een instabielere bloedsuikerspiegel, wat spiergroei kan remmen.
• Hormonale verstoringen: Een verhoogd vetpercentage kan testosteronwaarden verlagen en spiergroei onderdrukken.
Dirty bulken zorgt er dus niet alleen voor dat je meer vet opslaat, maar het kan ook spieropbouw belemmeren. Dat is precies het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken met een bulkfase.

Opdracht:
Wil je weten of jouw bulkstrategie effectief is? Houd een week lang bij wat je eet en analyseer de verdeling tussen voedzame en minder voedzame caloriebronnen. Probeer vervolgens een balans te vinden waarin je spiergroei maximaliseert zonder onnodig veel vet aan te komen. Wat kun je verbeteren? Schrijf je bevindingen op en pas je voedingsschema aan voor de beste resultaten!

Bron: Bellcoaching

Posted on

Aankomen: energierijke voedingstips

aankomen in gewicht

Wil je in gewicht aankomen? Dan is het essentieel om meer energie binnen te krijgen dan je verbruikt. Dit kun je doen door je maaltijden energierijker te maken, zonder dat je jezelf forceert om grote hoeveelheden te eten. Hieronder een aantal praktische tips:

Tips voor energierijke voeding:
✅ Kies voor volle producten – vervang magere varianten door halfvolle of volle alternatieven. Denk aan volle melk, yoghurt en kwark.
✅ Ga voor volle kaas – kies kaassoorten met een hoger vetpercentage, zoals 48+ kaas, voor extra calorieën.
✅ Maak eten aantrekkelijk – rooster je boterhammen, maak tosti’s of panini’s. Dit maakt brood smakelijker en kan helpen om meer te eten.
✅ Drink calorierijke dranken – vruchtensappen en smoothies bevatten relatief veel energie en zijn makkelijk te consumeren.
✅ Beleg royaal – dubbel belegde boterhammen met bijvoorbeeld pindakaas en banaan of kaas en avocado zorgen voor extra calorieën.
✅ Gebruik sauzen en jus – voeg jus of saus toe aan je maaltijden om de energiedichtheid te verhogen.
✅ Verrijk je maaltijden – gebruik kookroom, boter of olie bij de bereiding van warme gerechten.
✅ Verdeel je maaltijden – heb je moeite met grote porties? Eet je hoofdmaaltijd in twee delen om het makkelijker te maken.
✅ Eet wat je lekker vindt – voedingsmiddelen die je niet lekker vindt, kunnen je eetlust verminderen. Kies voor eten waar je van geniet.
✅ Stimuleer je eetlust – friszure producten zoals een glas vruchtensap, een stukje appel, augurk of tomaat voor de maaltijd kunnen helpen om je eetlust op te wekken.

Aan de slag
Probeer de komende week dagelijks minstens drie van deze tips toe te passen en houd je vooruitgang bij. Noteer je gewicht, energiepeil en eventuele veranderingen in je eetlust. Wat werkt goed voor jou? Wat kun je nog aanpassen om je doelen makkelijker te bereiken? Succes!

Posted on

Zelfeffectiviteit: geloof in eigen kunnen

touw

Zelfeffectiviteit, of self-efficacy, is een term geïntroduceerd door de Canadees-Amerikaanse psycholoog Albert Bandura. Het verwijst naar de persoonlijke overtuiging in het eigen vermogen om in een specifieke situatie te presteren en gewenste resultaten te behalen. Met andere woorden: voel jij je competent? Volgens Bandura speelt zelfeffectiviteit een cruciale rol bij motivatie en duurzame gedragsverandering.

Hoewel zelfeffectiviteit lijkt op zelfvertrouwen, is het niet hetzelfde. Zelfvertrouwen is een bredere term die verwijst naar het algemene geloof in jezelf. Zelfeffectiviteit is daarentegen specifieker en afhankelijk van de context. Je kunt bijvoorbeeld een hoge zelfeffectiviteit ervaren in je werk, maar onzeker zijn over je sportprestaties.

Doelen bereiken
Het stellen van concrete, haalbare doelen (SMART-methode) helpt bij het ontwikkelen van de vaardigheden die nodig zijn om deze doelen te bereiken. Toch kan het zijn dat je ondanks motivatie twijfelt aan je eigen effectiviteit. Dit kan te maken hebben met:
• Onrealistische doelstellingen.
• Mislukte pogingen in het verleden.
• Onduidelijkheid over de benodigde vaardigheden.

In zulke gevallen kan een coach of trainer helpen bij het inzichtelijk maken van de stappen die nodig zijn om je doel te bereiken. Heb je geen professionele begeleiding tot je beschikking? Dan kun je zelf aan de slag met onderstaande strategieën.

Zelfeffectiviteit vergroten
Wanneer je helder hebt wat er nodig is, neemt je zelfeffectiviteit vaak toe en kom je sneller in actie. Als je nog twijfelt, helpt het om terug te kijken op je ervaringen. We hebben de neiging om vooral te focussen op het eindresultaat (succes of falen), zonder stil te staan bij de rol die we zelf in het proces speelden. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je succes had dankzij externe factoren zoals geluk, of dat je ondanks een mislukking effectief hebt gehandeld maar pech had.

Door bewust terug te blikken op je eigen bijdrage, kun je je zelfeffectiviteit vergroten. Ga daarom met de volgende vragen aan de slag:
1. Succesmomenten: welke successen heb je in het verleden behaald? Kun je voorbeelden bedenken waarin je effectief was, zowel in soortgelijke als andere situaties?
2. Leerervaringen: wanneer was je niet succesvol, maar toch effectief in je aanpak?
3. Aanpak: wat heb je toen precies gedaan?
4. Duur: hoe lang hield je dit vol?
5. Effectiviteit: wat werkte goed?
6. Toepassing: kan je dit vaker inzetten? Zo ja, hoe?
7. Uitdagingen: wat belemmert je om hier vaker gebruik van te maken?
8. Vereisten: wat heb je nodig om dit in de praktijk te brengen?

Opdracht: bouw je zelfeffectiviteit op
Pak een notitieboek of je telefoon en schrijf de antwoorden op bovenstaande vragen op. Maak een plan waarin je beschrijft hoe je jouw effectiviteit kunt benutten om je doelen te bereiken. Zet concrete acties op papier en ga ermee aan de slag. Succes!