
Hoe vaak zeg jij op een dag: “Ik moet nog…”?
Ik moet nog even opruimen.
Ik moet werken.
Ik moet die ene persoon nog bellen.
Zonder dat je het doorhebt, leg je jezelf allerlei verplichtingen op. Maar zijn het écht verplichtingen? Of zijn het keuzes die je maakt – soms uit gewoonte, soms uit overtuiging?
Vraag jezelf eens af: van wie moet ik dit eigenlijk? Vaak is het antwoord: van niemand. Alleen van jezelf.
De gewoonte van ‘moeten’
Het zit diep ingebakken: het gevoel dat je van alles moet. En voor je het weet ben je besmet met het ‘ik moet’-virus. Misschien herken je het wel – je betrapt jezelf op gedachten als:
– Ik moet echt meer sporten
– Ik moet gezonder eten
– Ik moet die klus eindelijk afronden
Maar wat moet je nou écht? Als je het terugbrengt naar de kern, zijn het basale dingen als ademen, eten, slapen, bewegen, liefde geven en ontvangen. De rest? Dat zijn keuzes, wensen of verwachtingen – die vaak uit jezelf komen.
Wanneer wordt ‘moeten’ te veel?
Je vraagt te veel van jezelf als het je begint te belemmeren. Als je doelen stelt die niet realistisch zijn of die niet eens bij je passen. Misschien vind je dat je slanker moet zijn, terwijl je genetisch gezien altijd wat steviger gebouwd zult blijven. Of je ‘moet’ altijd presteren, altijd doorgaan – terwijl je lichaam en geest iets anders aangeven. Zulke opgelegde eisen kunnen je uitputten en je gevoel van eigenwaarde ondermijnen. Want telkens als je iets van jezelf ‘moet’ en je komt er niet aan toe, voelt het als falen.
Accepteren brengt rust
Wanneer je leert accepteren dat je niet alles hoeft, valt er een last van je schouders. Je zet daarmee een streep door het onzichtbare to-do lijstje in je hoofd. Door te stoppen met ‘moeten’, geef je jezelf ruimte om opnieuw te kijken: wat wil ik eigenlijk? En wat past er bij míj, op dit moment in mijn leven? Soms is accepteren krachtiger dan forceren. Het maakt je niet minder ambitieus, het maakt je vrijer.
Reflectie-opdracht
Pak een pen en papier of open een notitie op je telefoon.
1. Schrijf op: alle dingen die je van jezelf ‘moet’.
2. Ga na: welke dingen zijn écht noodzakelijk?
3. Verdeel de rest in drie categorieën:
– Automatiseren: Kan dit eenvoudiger of door een systeem geregeld worden?
– Delegeren: Kan iemand anders dit overnemen?
– Verwijderen: Wat gebeurt er als ik dit gewoon niet meer doe?
Deze oefening helpt je om bewuster te kiezen in plaats van automatisch te moeten. En dat brengt overzicht én rust.
Je hoeft niet alles te dragen. Je mag ook gewoon zijn.