Een (sport)blessure kan ontstaan door verschillende oorzaken, zowel intern (zoals aanleg of conditie) als extern (bijvoorbeeld slecht materiaal of de omgeving). Een goede warming-up en het volgen van een trainingsschema kunnen veel blessures voorkomen. Het is essentieel om kwalitatieve materialen te gebruiken en niet te overhaast te trainen. Vermoeidheid tijdens het sporten verhoogt het risico op blessures, vooral als bewegingen niet meer correct worden uitgevoerd.
Indien een blessure optreedt, zijn er drie herstelfasen, waarvan de duur afhangt van het getroffen weefsel (spieren, pezen, botten, enz.). De eerste fase, de ontstekingsfase, duurt van 48 uur tot 10 dagen en kenmerkt zich door roodheid, warmte en zwelling. Rust is in deze fase cruciaal.
In de tweede fase, die 6 tot 10 weken kan duren, begint het weefsel te genezen. Het is belangrijk om in deze periode geleidelijk de normale bewegingen te hervatten. Activiteiten zoals wandelen en fietsen worden aangemoedigd omdat ze het herstel kunnen versnellen. Specifieke oefeningen zijn niet altijd noodzakelijk als het herstel goed verloopt.
Na de acute fase kun je de dagelijkse activiteiten rustig aan weer opbouwen en je pijn niveau monitoren. Gebruik een pijn schaal van 0 tot 10, waarbij 0 geen pijn betekent en 10 extreme pijn. Activiteiten kunnen doorgaan zolang de pijn onder de 4 blijft. Bij een score van 5 of hoger is het verstandig om de intensiteit te verminderen.
Pas 10-12 weken na de blessure kun je beginnen met het hervatten van intensievere trainingen, idealiter onder begeleiding van een trainer of coach.
Opdracht
Ben je in de fase van het heropbouwen van je training? Monitor tijdens een trainingssessie je pijn op een schaal van 0 tot 10. Word je bewust van welke oefeningen goed gaan en bij welke het beter is om een stap terug te doen.