Posted on

Chronische pijn

chronische pijn

Je lichaam geruststellen door in beweging te komen
Pijn is ingewikkeld. Zeker als het om chronische pijn gaat. Pijn wordt omschreven als een onaangename zintuiglijke en emotionele ervaring die te maken heeft met werkelijke of dreigende schade aan het lichaam. Met andere woorden: pijn voelt echt, maar betekent niet altijd dat er ook iets stuk is.

De functie van pijn
In de basis heeft pijn een belangrijke functie: het waarschuwt ons voor mogelijke schade. Bijvoorbeeld als je door je enkel gaat — de pijn zorgt ervoor dat je voorzichtig doet zodat het kan genezen. Maar pijn is niet altijd terecht. Soms blijft pijn aanwezig, ook al is het lichaam allang hersteld. Dat noemen we chronische pijn: een soort vals alarm dat maar blijft afgaan.

Bewegen met chronische pijn
Wie chronische pijn ervaart, weet hoe lastig het is om actief te blijven. Bewegen kost energie en roept vaak angst op voor méér pijn of schade. Toch is beweging één van de weinige manieren waarop je je lichaam opnieuw kunt leren dat het veilig is. Dit betekent niet dat je jezelf moet pushen of je grenzen moet negeren. Het betekent juist: stap voor stap, met aandacht en vertrouwen. Belangrijk hierbij is om te beseffen dat pijn niet per definitie betekent dat je iets verkeerd doet. Door regelmatig en op een vriendelijke manier te bewegen, kan je zenuwstelsel kalmeren. Maar dat vraagt tijd, geduld én herhaling.

Hoe bouw je dat op?
Begin klein. Kies activiteiten die je leuk vindt of belangrijk voor je zijn. Let op de duur en de intensiteit. Varieer in wat je doet — niet om het ‘beter’ te doen, maar om het anders te doen. Zo geef je je lichaam nieuwe, veilige ervaringen. En als je pijn voelt? Herinner jezelf eraan: pijn is geen schade. Adem rustig, wees mild voor jezelf, en pas de activiteit aan als dat nodig is.

Opdracht: beweeg met mildheid en aandacht
1. Schrijf 2–3 beweegactiviteiten op die je leuk of belangrijk vindt.
2. Kies 1 of 2 activiteiten uit die je deze week gaat doen. Plan een moment.
3. Bepaal hoe lang en hoe intensief je de activiteit gaat doen.
4. Bedenk wat je kunt doen als je lichaam protesteert:
o Hoe pas je de activiteit aan?
o Wat kun je tegen jezelf zeggen om te kalmeren?
o Hoe blijf je vriendelijk voor jezelf?
5. Voer het uit.
6. Reflecteer en herhaal.

Je hoeft niet meer te kunnen — je hoeft alleen maar te beginnen.

Posted on

Bouw een sterk fundament

boom fundament

Als je gezonder wilt leven, vraagt dat om verandering. Vaak beginnen we bij het aanpassen van ons gedrag: meer bewegen, beter slapen, gezonder eten. Dat zijn belangrijke stappen, want ze raken onze biologische basisbehoeften. Maar voor veel mensen is dit niet genoeg. Soms lukt het niet om gedrag duurzaam te veranderen, simpelweg omdat het fundament ontbreekt. En dat fundament? Dat zijn je psychologische basisbehoeften: autonomie, verbondenheid en competentie.

Autonomie
Je ervaart autonomie als je vrijwillig en met overtuiging ergens voor kiest. Je doet dingen omdat je er zelf achter staat, niet omdat het ‘moet’. Is deze behoefte gefrustreerd, dan voel je je onder druk gezet of stuurloos.

Verbondenheid
Je voelt je verbonden wanneer je echte steun, begrip en warmte ervaart in contact met anderen. Als deze behoefte niet vervuld is, kun je je eenzaam, buitengesloten of onbegrepen voelen.

Competentie
Competentie gaat over het gevoel dat je ergens goed in bent of ergens beter in kunt worden. Je ervaart voldoening wanneer je jezelf ontwikkelt. Als deze behoefte niet wordt vervuld, kun je je onzeker, ineffectief of machteloos voelen.

Wanneer deze drie psychologische pijlers op orde zijn, sta je sterker. Je bent dan mentaal veerkrachtiger, waardoor het makkelijker wordt om gezonde keuzes te maken én vol te houden.

Hoe sta jij ervoor?
Beantwoord de volgende drie vragen eens eerlijk voor jezelf:
• Autonomie: doe ik activiteiten die ik echt leuk en waardevol vind?
• Verbondenheid: heb ik mensen om me heen met wie ik me écht verbonden voel?
• Competentie: doe ik dingen waar ik goed in ben of beter in wil worden?

Als één van deze drie elementen hapert, is het verstandig daar eerst aandacht aan te geven. Hier zijn een paar suggesties:
• Meer autonomie: kies (opnieuw) voor iets wat je met plezier doet – al is het maar 5 minuten per dag.
• Meer verbondenheid: plan tijd in om echt aandacht te geven aan iemand die belangrijk voor je is.
• Meer competentie: zoek een activiteit waarin je jezelf kunt uitdagen en groeien.

Opdracht
Maak deze week elke dag 5 minuten vrij voor een activiteit die je vrijwillig kies, je verbindt met iemand anders of je vaardiger maakt.

Noteer dagelijks wat je deed, hoe je je erbij voelde en wat je opviel. Aan het eind van de week kijk je terug: welke behoefte kreeg de meeste aandacht? Welke het minste? Wat heeft dat met je gedaan? Zo krijg je inzicht in jouw fundament – en waar je winst kunt boeken.

Succes!

Posted on

Ziek en trainen: slim of niet?

ziek zijn

“mag ik trainen als ik ziek ben?”
Een veel gestelde vraag – en terecht. Maar het antwoord is niet zwart-wit. Of je wel of niet moet trainen als je je niet fit voelt, hangt volledig af van jouw situatie en klachten.

Wanneer laat je een training beter schieten?
– Als je je zo beroerd voelt dat alledaagse dingen al moeite kosten.
– Als je zware spierpijn hebt waardoor je bewegingsuitslag beperkt is.
– Als je besmettelijk bent. Ga dan niet trainen – respecteer je omgeving.

Wanneer kun je wél trainen?
Als je je nog redelijk voelt, geen koorts hebt en je lichaam normaal kan bewegen, kun je een lichte sessie proberen. Denk aan een korte workout met minder sets of minder intensiteit. Focus op bewegen, niet op presteren. Trainen mag geen extra stressor zijn, maar moet je helpen herstellen. Als je merkt dat je er vermoeider uitkomt dan je erin ging, ben je te ver gegaan. Herstel is altijd de prioriteit.

Na een ziekbed? Bouw je belasting geleidelijk weer op in 1 à 2 weken. Wees geduldig, je lijf doet al genoeg om weer beter te worden.

Opdracht:
Voel je je niet fit? Schrijf vandaag in drie zinnen op hoe je je voelt – fysiek én mentaal. Op basis daarvan bepaal je: rusten, bewegen of trainen. Maak een bewuste keuze.

Posted on

Is altijd alles leuk?

niet alles is leuk

Nee. En dat is precies de bedoeling.

Het zal je niet ontgaan zijn: sporten is niet altijd even leuk. Zeker niet als je net begint. En weet je wat? Dat is helemaal oké. Niet alles in het leven hoeft leuk te zijn. Toch zijn we met z’n allen geobsedeerd geraakt door het najagen van geluk. We zoeken het in leuke uitjes, ontspanning, het perfecte werk, de ideale vriendengroep. Maar als je álles afmeet aan hoe leuk het is, ga je vroeg of laat vastlopen—ook in je sportdoelen.

Hoeft sporten leuk te zijn?
Tegenwoordig moet zelfs onze vrije tijd zo leuk en comfortabel mogelijk zijn. De lat ligt hoog: ontspanning moet luxe zijn, sociale activiteiten gezellig, werk moet vooral voldoening geven. En sporten? Dat moet bij voorkeur een feestje zijn, anders haken we af. Maar eerlijk is eerlijk: als je sport om echt iets te bereiken—sterker worden, fitter zijn, gezonder leven—dan is het niet altijd een feestje. En dat hóéft ook niet.

Juist het ongemak maakt het waardevol
Het leven wordt niet rijker door alles leuk te vinden, maar juist door het contrast. Je waardeert ontspanning pas echt als je ook hebt gewerkt. Je geniet meer van rust als je je lijf hebt laten werken. Als je alleen nog maar ‘leuke dingen’ doet, verliest leuk z’n glans. Dan moet het elke keer nóg leuker zijn om hetzelfde gevoel op te roepen. Dat is vermoeiend.

Sporten is soms zwaar. Soms saai. Soms frustrerend. Maar het is ook een investering. In jezelf. In je gezondheid. En in het vermogen om méér te kunnen genieten van de momenten die er voor jou echt toe doen.

En dát is uiteindelijk wél leuk.

Opdracht:
Sta deze week eens bewust stil bij iets dat je doet wat níet leuk is, maar wel goed voor je is. Schrijf op waarom je het doet, en wat het je op de lange termijn oplevert. Herinner jezelf eraan: niet alles hoeft leuk te zijn om waardevol te zijn.

Posted on

Moeten of kiezen?

moeten of kiezen

Hoe vaak zeg jij op een dag: “Ik moet nog…”?
Ik moet nog even opruimen.
Ik moet werken.
Ik moet die ene persoon nog bellen.

Zonder dat je het doorhebt, leg je jezelf allerlei verplichtingen op. Maar zijn het écht verplichtingen? Of zijn het keuzes die je maakt – soms uit gewoonte, soms uit overtuiging?

Vraag jezelf eens af: van wie moet ik dit eigenlijk? Vaak is het antwoord: van niemand. Alleen van jezelf.

De gewoonte van ‘moeten’
Het zit diep ingebakken: het gevoel dat je van alles moet. En voor je het weet ben je besmet met het ‘ik moet’-virus. Misschien herken je het wel – je betrapt jezelf op gedachten als:
– Ik moet echt meer sporten
– Ik moet gezonder eten
– Ik moet die klus eindelijk afronden

Maar wat moet je nou écht? Als je het terugbrengt naar de kern, zijn het basale dingen als ademen, eten, slapen, bewegen, liefde geven en ontvangen. De rest? Dat zijn keuzes, wensen of verwachtingen – die vaak uit jezelf komen.

Wanneer wordt ‘moeten’ te veel?
Je vraagt te veel van jezelf als het je begint te belemmeren. Als je doelen stelt die niet realistisch zijn of die niet eens bij je passen. Misschien vind je dat je slanker moet zijn, terwijl je genetisch gezien altijd wat steviger gebouwd zult blijven. Of je ‘moet’ altijd presteren, altijd doorgaan – terwijl je lichaam en geest iets anders aangeven. Zulke opgelegde eisen kunnen je uitputten en je gevoel van eigenwaarde ondermijnen. Want telkens als je iets van jezelf ‘moet’ en je komt er niet aan toe, voelt het als falen.

Accepteren brengt rust
Wanneer je leert accepteren dat je niet alles hoeft, valt er een last van je schouders. Je zet daarmee een streep door het onzichtbare to-do lijstje in je hoofd. Door te stoppen met ‘moeten’, geef je jezelf ruimte om opnieuw te kijken: wat wil ik eigenlijk? En wat past er bij míj, op dit moment in mijn leven? Soms is accepteren krachtiger dan forceren. Het maakt je niet minder ambitieus, het maakt je vrijer.

Reflectie-opdracht
Pak een pen en papier of open een notitie op je telefoon.
1. Schrijf op: alle dingen die je van jezelf ‘moet’.
2. Ga na: welke dingen zijn écht noodzakelijk?
3. Verdeel de rest in drie categorieën:
– Automatiseren: Kan dit eenvoudiger of door een systeem geregeld worden?
– Delegeren: Kan iemand anders dit overnemen?
– Verwijderen: Wat gebeurt er als ik dit gewoon niet meer doe?

Deze oefening helpt je om bewuster te kiezen in plaats van automatisch te moeten. En dat brengt overzicht én rust.

Je hoeft niet alles te dragen. Je mag ook gewoon zijn.

Posted on

Stress: vriend of vijand?

stress bal

Stress is een veelzijdig begrip. Het kan fysiek zijn, zoals een blessure of de impact van ongezonde gewoonten als roken en overmatig alcoholgebruik. Het kan emotioneel zijn, veroorzaakt door angst, boosheid of een constante tijdsdruk. Soms is stress acuut, zoals wanneer je computer crasht vlak voor een deadline. Andere keren is het chronisch, bijvoorbeeld wanneer je nachten wakker ligt door werk gerelateerde zorgen. Volgens Wikipedia is stress: “een vorm van spanning die in het lichaam optreedt als reactie op externe prikkels, gevolgd door een patroon van fysiologische reacties.”

Wanneer stress schadelijk wordt
In het dagelijks taalgebruik verwijst ‘stress’ meestal naar het gevoel van overweldigd zijn, het idee dat er meer van je wordt gevraagd dan je aankunt. Het lichaam reageert hierop door het afweersysteem af te zwakken en de bloeddruk, bloedsuikerspiegel en hartslag te verhogen. Wanneer stress langdurig aanhoudt, kan dit leiden tot gezondheidsproblemen zoals burn-out, hart- en vaatziekten en slaapproblemen.

De positieve kant van stress
Toch is stress niet per definitie slecht. Het is een essentieel overlevingsmechanisme dat ons helpt scherp en alert te zijn in gevaarlijke situaties. Zonder enige vorm van stress zouden we zelfs moeite hebben om ’s ochtends uit bed te komen. Een gezonde dosis stress motiveert ons om doelen te bereiken en uitdagingen aan te gaan. Het wordt pas problematisch wanneer stress chronisch wordt en je dagelijks functioneren belemmert.

Controle: illusie of werkelijkheid?
Een belangrijke bron van stress is de behoefte aan controle. Waar heb jij controle over, en waar niet? Maak eens een lijstje met aspecten in je leven waar je wél invloed op hebt en waar niet. Idealiter is deze balans ongeveer 50/50. Ga vervolgens na hoe erg het werkelijk zou zijn als je de controle verliest over bepaalde zaken. Wat is het worstcasescenario? En welke alternatieve uitkomsten zijn er mogelijk? Richt je energie op waar je wél invloed op hebt en excelleer daarin. Benoem vijf sterke eigenschappen van jezelf en bedenk hoe je deze optimaal kunt benutten.

Stress als katalysator voor groei
Grote veranderingen in ons leven gebeuren vaak pas als stress een kritische grens bereikt. Een burn-out kan bijvoorbeeld de aanleiding zijn om radicaal andere keuzes te maken. Maar waarom wachten tot het zover is? Door eerder in te grijpen en los te laten wat niet goed voelt, voorkom je dat stress zich opstapelt. Vertrouw erop dat moeilijke periodes kunnen leiden tot vooruitgang.
Het is een cliché, maar wel een waarheid: volg je gevoel. Als iets niet goed voelt, doe het dan niet. Je hebt altijd een keuze, hoe uitzichtloos de situatie ook lijkt.

Opdracht: Neem een moment om stil te staan bij jouw stressniveaus. Maak een lijst met drie dingen die jouw regelmatig stress opleveren en drie dingen die je rust geven. Welke acties kun je ondernemen om de balans te herstellen? Schrijf concrete stappen op en probeer deze in de komende week toe te passen.

Posted on

Op gezond gewicht blijven na je 50e

op gewicht blijven 50 plussers

Merk jij ook dat er elk jaar ongemerkt een kilootje bijkomt? Je eet niet anders, je beweegt ongeveer hetzelfde… en toch zie je de weegschaal langzaam oplopen. Het is een veelvoorkomend verschijnsel vanaf je vijftigste. Met name vrouwen in de overgang merken dat hun lichaam verandert, maar ook mannen ontkomen er niet aan: je verbranding gaat omlaag.

Vanaf je 50e heeft je lichaam iets minder energie (kilocalorieën) nodig dan voorheen. Dat komt onder andere doordat je spiermassa geleidelijk afneemt en je mogelijk ook iets minder actief bent dan vroeger. Spieren gebruiken relatief veel energie, dus minder spiermassa betekent automatisch een lagere verbranding.

Je energiebalans – de verhouding tussen wat je eet en wat je verbruikt – wordt dus belangrijker. Als je net zoveel blijft eten als voorheen, maar minder verbrandt, dan ontstaat er een overschot. En dat leidt uiteindelijk tot gewichtstoename. Gelukkig kun je met een paar aanpassingen grip houden op je gewicht.

Tips om op gewicht te blijven na je 50e
• Pas je porties aan – vooral van aardappels, rijst, pasta en brood.
• Kies voor caloriearme dranken – water, koffie of thee zonder suiker.
• Beperk snacks en zoetigheid.
• Eet bewust kleinere hoeveelheden.
• Blijf dagelijks in beweging – ook al is het een blokje om.

Enkele eenvoudige acties die je op weg helpen
• Weeg jezelf wekelijks of tweewekelijks om veranderingen tijdig te signaleren.
• Gebruik een app zoals de LIJFSTIJL app om een eetdagboek bij te houden.
• Zoek een wandel- of fietsmaatje om regelmatig te bewegen.
• Doe spierversterkende oefeningen, bijvoorbeeld met Nederland in Beweging.
• Trakteer je jezelf? Neem een halve portie of kies een slankere variant.
• Heb je trek? Grijp naar fruit of snackgroenten.

Opdracht
Plan deze week drie momenten in waarop je minimaal 20 minuten beweegt én bewust kiest voor een gezondere snack. Schrijf op wat je gedaan hebt en hoe je je daarna voelde. Zo maak je kleine stappen zichtbaar – en dat motiveert om vol te houden!

Posted on

Hoe houd je bewegen leuk met COPD?

zumba

Bij COPD is het afhankelijk van je GOLD-stadium hoeveel je kunt bewegen of sporten. Ongeacht je niveau is het belangrijk om binnen je mogelijkheden actief te blijven. Regelmatige beweging heeft niet alleen een positief effect op je gezondheid, maar zorgt er ook voor dat je je fitter en sterker voelt. Toch kan het op den duur saai worden als je steeds dezelfde oefeningen of activiteiten doet. Door te variëren, blijf je gemotiveerd en haal je het maximale uit je trainingen. Bovendien voorkom je dat je de handdoek in de ring gooit. Hier zijn enkele tips om variatie aan te brengen in je beweegroutine.

Groepslessen
Sportcentra bieden vaak een breed scala aan groepslessen, wat variatie eenvoudig maakt. Het sociale aspect van groepslessen kan bovendien extra motiverend zijn. Een paar voorbeelden van lessen die geschikt kunnen zijn voor mensen met COPD:
• Bodypump: Een dynamische workout op muziek waarin je spiergroepen traint met gewichten. Je bepaalt zelf de intensiteit door de hoeveelheid gewicht die je kiest, waardoor de belasting op je longen beheersbaar blijft.
• Pilates: Deze rustige, gecontroleerde beweegvorm richt zich op balans, stabiliteit en spierondersteuning van de wervelkolom. Ideaal voor een zachte aanpak zonder je longen zwaar te belasten.
• Zumba: Een energieke dans/fitness les met Latijns-Amerikaanse invloeden, zoals salsa en merengue. Dit is een leuke manier om aan je conditie te werken, maar houd je inspanning in balans.
• Power Yoga: Een dynamische vorm van yoga die je spieren versterkt en je geest ontspant. Ondanks de inspanning blijven de longen relatief weinig belast.

Zelfstandig sporten
Naast groepslessen kun je ook zelfstandig bewegen, zowel binnen als buiten. Wissel je activiteiten regelmatig af om het leuk en uitdagend te houden. Denk bijvoorbeeld aan:
• Klassieke activiteiten: wandelen, fietsen, zwemmen of vrije fitness.
• Avontuurlijke opties: mountainbiken, klimmen, surfen, of roeien.
• Seizoen activiteiten: schaatsen, skiën of langlaufen.
• Creatieve beweegvormen: dansen, skaten, of steppen.
Misschien kun je nog niet alles doen wat je zou willen. Stel jezelf een haalbaar doel en werk hier stapsgewijs naartoe. Het vooruitzicht om iets nieuws te leren of te bereiken kan extra motivatie geven.

Opdracht: plan jouw beweegactiviteiten
Maak een beweegplan voor de komende weken. Kies activiteiten die je al leuk vindt, maar probeer ook iets nieuws in te plannen wat je nog nooit eerder hebt gedaan. Schrijf na elke activiteit kort op hoe je je voelde en wat je ervan vond. Zo ontdek je wat bij jou past en houd je het bewegen leuk en afwisselend!

Posted on

Hoe bepaal je de kwaliteit van je voeding?

etiket

Wat betekent “kwaliteit” als het om voeding gaat? Is een A-merk automatisch beter dan een huismerk? Heeft de versheid, prijs of productiewijze invloed op de kwaliteit? Het antwoord is niet eenduidig. Voor je lichaam is voeding van hoge kwaliteit die het meest effectief voedt en voorziet in essentiële voedingsstoffen zoals koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines, mineralen, vezels en vocht. De kwaliteit hiervan hangt af van factoren zoals bewerking, versheid en productiemethoden.

Wat zeggen claims op etiketten over kwaliteit?
Termen zoals “ambachtelijk,” “gezond,” “natuurlijk,” “grootmoeders recept” of “vernieuwde samenstelling” komen vaak voor op etiketten. Hoewel aantrekkelijk, zeggen deze woorden niets over de werkelijke kwaliteit van het product. Ze zijn niet beschermd en kunnen door fabrikanten vrij gebruikt worden als marketingstrategie. Laat je dus niet misleiden door claims, maar kijk naar de feitelijke samenstelling en voedingswaarde.

Toevoegingen en houdbaarheid
In een samenleving waarin voedsel voor grote groepen geproduceerd wordt, zijn toevoegingen zoals E-nummers, zout en suiker vaak nodig om producten langer houdbaar te maken. Hoewel toevoegingen soms argwaan wekken, zijn ze onder strikte voorwaarden veilig en bedoeld om kwaliteit en smaak te behouden. Het is belangrijk om te variëren tussen verse en bewerkte voedingsmiddelen om een gezonde balans te vinden.

Keurmerken: betrouwbaar of misleidend?
Veel keurmerken zijn particuliere initiatieven en niet wettelijk geregeld. Ze worden toegestaan zolang ze niet misleidend zijn, maar controle door de overheid ontbreekt vaak. Enkele keurmerken, zoals beoordeeld door Milieu Centraal en het Voedingscentrum, scoren hoog op transparantie, milieu, dierenwelzijn en sociale aspecten. Toch is niet elk keurmerk betrouwbaar. Wees kritisch en zoek uit wat het keurmerk precies betekent. Meer hierover lees je op de website van het Voedingscentrum.

Biologisch: een logische keuze?
Biologisch voedsel bevat doorgaans minder resten van bestrijdingsmiddelen en soms minder nitraat dan gangbare producten, maar het is niet bewezen gezonder. Zowel reguliere als biologische producten voldoen aan strenge veiligheidseisen. Biologisch kiezen kan een bewuste keuze zijn, maar de meerwaarde hangt af van je persoonlijke voorkeuren.

Versheid en bereiding
Hoe verser het product, hoe beter de voedingsstoffen bewaard blijven. Ook de bereidingswijze speelt een grote rol; sommige methoden behouden voedingsstoffen beter, terwijl andere juist verlies veroorzaken. Het is daarom belangrijk om niet alleen te letten op versheid, maar ook bewust te koken.

Kies bewust en varieer
Om de kwaliteit van je voeding te waarborgen, kun je leren deze te herkennen. Kies voor verse producten, vermijd overmatige bewerking en toevoegingen, en lees etiketten zorgvuldig. Variatie in je voedingspatroon is essentieel voor een optimale gezondheid.

Opdracht
Bezoek de supermarkt en kies twee vergelijkbare producten, waarvan één een gezondheidsclaim heeft en de ander niet. Vergelijk de ingrediëntenlijst en voedingswaarden. Onderzoek of er daadwerkelijk een verschil is in kwaliteit en maak een bewuste keuze.

Posted on

Een goede nachtrust

slaap

Iedereen wil een goede nachtrust om te herstellen en de volgende dag energiek te beginnen. Hoewel we geen volledige controle hebben over onze slaapkwaliteit, kunnen we wel degelijk invloed uitoefenen op verschillende factoren.

Je slaap wordt geregeld door twee systemen: het circadiaan ritme, onderdeel van je biologische klok die een etmaalcyclus volgt, en de slaap-waakhomeostase, oftewel de slaapdruk. Dit laatste systeem ervaart vrijwel iedereen: hoe langer je wakker bent, hoe meer behoefte je hebt om te slapen. Een belangrijke factor hierbij is de signaalstof adenosine. Hoe hoger de concentratie adenosine in je lichaam, hoe groter de vermoeidheid. Beide systemen worden beïnvloed door interne en externe factoren, zoals stress, cafeïne, daglicht en beweging.

Wil je je slaap verbeteren, dan kun je dus werken aan deze factoren. Hieronder staan een paar manieren om je
slaapdruk te verhogen.

1. Kom in beweging
Dagelijks minimaal 30 minuten matig intensief bewegen zorgt voor de opbouw van slaapdruk. Hoe intensiever je beweegt, hoe meer je lichaam vermoeid raakt. Let er echter op om niet te intensief te sporten vlak voordat je naar bed gaat. Een richtlijn is om drie uur voor bedtijd niet meer intensief te trainen.

2. Let op je cafeïne-inname
Cafeïne blokkeert adenosine, wat de reden is dat het ons tijdelijk wakker houdt. Maar als je gevoelig bent voor cafeïne, kan dit je slaapkwaliteit sterk beïnvloeden. Een handige richtlijn is om twaalf uur voor je bedtijd geen cafeïne meer te nemen.

3. Powernaps: Alleen als het nodig is
Een powernap kan nuttig zijn, maar kan ook een negatieve invloed hebben op je slaapkwaliteit. Dutjes vlak voor je bedtijd of te lange dutjes kunnen de opbouw van slaapdruk verstoren. Als je moe bent overdag, probeer dan eerst te bewegen voordat je overgaat op een powernap. Het beste moment hiervoor is ongeveer zes uur na je wektijd, en een powernap zou tussen de zes en dertig minuten moeten duren.

De opdracht:
Ga na waar jij nog winst kunt behalen om je slaap te verbeteren. Schrijf voor jezelf drie concrete acties op die jij kunt nemen om je slaapdruk te verhogen. Denk aan meer bewegen, je cafeïne-inname aanpassen of een korte powernap op een vast moment. Probeer deze acties een week lang uit en houd een kort dagboek bij over de kwaliteit van je slaap en hoe je je overdag voelt.