We willen het allemaal wel; continu gelukkig zijn. Maar wat is geluk? Iemands welbevinden bestaat uit een verstandelijk en een emotioneel deel. Tevredenheid is een verstandelijk deel en beantwoord vragen of het leven verloopt zoals gewenst en of je het heel anders opnieuw zou doen als je de kans kreeg. Bij geluk spreken we voornamelijk over het gevoelsleven, de balans van positieve en negatieve emoties. Tevredenheid en geluk vormen samen welbevinden. Nederlanders blijken het gelukkigste volk in Europa. Welgeteld 83 procent gaf aan gelukkig te voelen of hebben gevoeld, tegenover bijvoorbeeld 48 procent van de Italianen. En met een waardering van 7,6 scoren we een dikke voldoende en hebben geen reden tot klagen. Toch zijn sommige mensen veel gelukkiger dan anderen? Hoe kan dat? Onderzoekers komen tot een verrassende conclusie: geluk ontstaat niet door liefde of plezier, maar door voldoening.
Het ABC van het geluk
De taal van het geluk bestaat slechts uit drie letters. Het gaat dan om Autonomie, de vrijheid om keuzes te maken, Binding, het verbonden voelen met anderen en de Competentie, ergens goed in zijn. Vooral de B lijkt belangrijk en het hebben van vriendschappen en goede relaties met je familie, zorgt voor een groter gevoel van geluk. Autonomie en competentie vinden we terug in het begrip Flow. Flow is een bijna trance-achtige toestand waarbij de tijd vliegt. Tijdens deze toestand hoef je niet gelukkig te zijn, maar het gevoel van geluk komt daana. Gelukkige mensen zitten vaker in deze flow. Om in de flow te komen moet de activiteit die je uitvoert aan bepaalde voorwaarden voldoen:
1. De activiteit moet een uitdaging voor je zijn
2. Je moet de activiteit wel onder controle hebben
3. Je moet snel weten of je het goed doet: resultaat zien
Als de activiteit aan deze voorwaarden voldoet, dan is de kans het grootst dat je in de flow komt. Zonder de eerste voorwaarde is er geen prikkel en dus geen verandering. Als je de activiteit niet onder controle hebt, voorwaarde 2, dan ontstaat er stress. Een uitdaging waar je geen controle over hebt, is geen uitdaging meer, maar een probleem. Positief denken zal je dan niet redden. Succes motiveert en daarom moet je resultaat van je werk kunnen zien. Terugslag is geen probleem, maar er moet dan wel weer snel feedback zijn van een succesje om in de flow te blijven.
Bijvoorbeeld: je schildert een schilderij van een landschap. Het is moeilijk om de details goed op het doek te krijgen, maar het lukt je wel. Je ziet direct het resultaat van je werk.
Doelen stellen
Verder draagt het stellen van doelen bij aan het geluksgevoel. Deze doelen hoeven niet groot te zijn, ze hoeven niet eens per sé gehaald te worden, zolang je ze voor jezelf maar benoemt je voorneemt om ze te behalen. Het bedenken van een doel op zich kan erg plezierig zijn en een gevoel van autonomie (A) geven. Het hebben van een doel leidt tot zingeving. Het behalen van een doel draagt bij aan voldoening en gevoel van competentie (C). Het samen met iemand anders behalen van een doel versterkt bovendien de relatie; binding (B).