
Vet is een voedingsstof die je lichaam hard nodig heeft. Het levert energie en helpt je lichaam om belangrijke vitamines op te nemen, zoals vitamine A, D en E. Ook krijg je via vet essentiële vetzuren binnen, zoals linolzuur en alfalinoleenzuur. Deze stoffen kan je lichaam zelf niet maken, dus moet je ze uit je voeding halen.
Een gezond eetpatroon bevat tussen de 20 en 40 procent van de energie uit vet. Deze hoeveelheid is nodig om allerlei processen in je lichaam goed te laten verlopen.
Wat doet vet voor je lichaam?
Vet is niet alleen een brandstof, maar ook een transportmiddel. Zonder vet kan je lichaam vetoplosbare vitamines niet opnemen. Onverzadigde vetten leveren daarnaast essentiële vetzuren, die een rol spelen bij het verlagen van het risico op hart- en vaatziekten.
Twee soorten vet: verzadigd en onverzadigd
• Verzadigd vet verhoogt het slechte cholesterol in je bloed en kan daardoor de kans op hart- en vaatziekten vergroten. Dit vet zit vooral in vet vlees, volle zuivel, koek, gebak en snacks.
• Onverzadigd vet is de gezondere keuze. Je vindt dit in producten als olie, vloeibaar bak- en braadvet, noten, avocado en vette vis.
Een handige richtlijn: vervang zoveel mogelijk verzadigd vet door onverzadigd vet. Kies bijvoorbeeld voor halvarine op brood of olie in de keuken, in plaats van harde vetten of boter.
Let op de hoeveelheid
Vet levert veel energie: 1 gram vet bevat 9 kilocalorieën. Dat is meer dan koolhydraten of eiwitten. Als je te veel vet eet, krijg je snel te veel calorieën binnen. Dit kan leiden tot gewichtstoename.
Opdracht
Ga de komende twee weken bijhouden hoeveel vet je per dag binnenkrijgt (in gram). Reken daarna uit hoeveel procent van je totale energie-inname uit vet komt.
• Zit je binnen de richtlijn van 20 tot 40 procent?
• En maak je voldoende gebruik van onverzadigde vetten?
Bron: Voedingscentrum